Als er iemand bepalend is geweest voor de opstart van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) dan is dat wel Zsolt Szabó geweest. Vanuit zijn rol als staatssecretaris digitalisering in periode juli ’24 tot juni ’25. Een verdiepend gesprek over zijn persoonlijke drijfveren om hier écht wakker van te liggen. Maar ook de successen achter de opzet van NDS. Die overigens ook prima te kopiëren zijn voor andere disciplines van ons overheidsbedrijf!

NB: maandag 17 november van 09.00 -10,00 is er de "How To" sessie : De NDS, wat is het? En hoe pakken we het aan?

Al een kwart eeuw betrokken bij dit dossier

‘Het is eigenlijk heel simpel: ik ben al meer dan een kwart eeuw betrokken bij dit digitaliseringsdossier. Waarbij ik steeds vanuit een rol of vanuit de politiek (2e kamerlid), of vanuit de overheid (directeur informatisering BZK) of vanuit het bedrijfsleven (Capgemini) puzzelstukjes mocht aanleveren. Mocht adviseren. Maar in de zomer van vorig jaar deed zich een voor mij unieke kans voor: ik mocht vanuit de rol van bewindspersoon het verschil gaan maken. Waarbij ik vanuit doorzettingskracht mijn visie over dit taaie dossier het papierenstadium kon doen ontstijgen. En vanwege mijn jarenlange betrokkenheid had ik een beeld bij de te zetten stappen. En de volgorde. En omdat ik de verschillende spelers goed kende, konden we snel meters maken. Toevallig was ik de juiste man op het juiste moment. En in de politiek werkt dat vaak zo.’

Circa 1600 overheidsonderdelen, allemaal hun eigen digitalisering

‘Laten we wel wezen: tot voorkort was er bij de overheid sprake van versnippering. Waarbij in feite iedere overheidsorganisatie bezig was om uitvoering te geven aan z’n eigen iStrategie. Te beginnen bij het Rijk, waar de ministeries JenV, BZK en EZ ieder een afzonderlijke iStrategie ontwikkelden. Waar dan – ik chargeer – netjes een nietje doorheen ging, en dat was dan de Rijks iStrategie.

En ook bij de lagere overheden was er sprake van silogerichte aanpak. Dat betekende dat er overheidsbreed geen sprake was van een gedeelde visie en we elkaar onvoldoende versterkten én te weinig bezig waren met het denken vanuit onze centrale opgave: de dienstverlening voor burger en ondernemer’.

In 2009 werd de eerste CIO Rijk benoemd, Maarten Hillenaar. Maarten heeft belangrijke stappen gezet om meer als één overheid de uitdagingen rond de digitale overheid vorm te geven. Het besluit CIO-stelsel Rijk heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het meer als één Rijk aan de slag te gaan en met de huidige CIO Rijk, Art de Blaauw, en mede CIO,s overheid breed, heb ik prima en effectief samengewerkt om het CIO-ecosysteem verder uit te bouwen in de geest van de NDS.

Van harkjes naar datagedreven

‘Het mooie van de huidige tijd[1] is dat de ontwikkelingen razendsnel gaan. Maar dan moet je ze wél oppakken. Je moet weten in welke wereld we opereren. Wat daar speelt. Denk maar aan de weerbaarheidsgevaren bijvoorbeeld. Of de gevolgen van onze afhankelijkheid van de big tech aan de andere kant van de oceaan. Laat staan het benutten van de kansen gelet op ontwikkelingen die op ons afkomen. Zoals bijvoorbeeld krapte op de arbeidsmarkt. Waarbij toepassing van AI of quantumcomputers een must is. Maar de grootste benefit van digitaliseren is wel het datagedreven werken. Waarbij je in de geest van Arre Zuurmond ‘dwars door de orde’ bedrijfsprocessen integraal kunt organiseren. End-to-end van opzet: overheidsbreed als een virtuele keten. Gericht op waardecreatie voor burgers/ondernemers.
 En juist dát is de kern van NDS: positionering als één overheid. Waarbij de overheid qua dienstverlening niet zichzélf centraal moet stellen, maar de burger. Wat dan aangevlogen moet worden vanuit een gezamenlijke visie op publieke dienstverlening. Waarbij burgers bijvoorbeeld via één front-office aan de hand van levensgebeurtenissen toegang kunnen krijgen tot publieke dienstverlening. Wat ook antwoord moet geven op een slimme rolverdeling tussen mens en technologie: waar zetten we onze schaarse overheidscollega’s in en waar past technologie’.

[1] Vaak als VUCA gepositioneerd: Volatile (vluchtig/wisselvallig), Uncertain (onzeker), Complex (complex) en Ambiguous (ambigu/dubbelzinnig).

Extern beginnen = intern winnen

‘Wat ik in mijn loopbaan heb geleerd is dat iedere verandering buiten begint. Op bezoek te gaan bij deze en gene. Te luisteren waar men behoefte aan heeft. Kennis te nemen van relevante rapporten. Maar ook bestpractices te bezoeken. Zoals bijvoorbeeld onze Luxemburgse collega’s. Die écht een flink aantal stappen voor lopen op dit vlak, in mijn beleving zelfs verder zijn dan Estland. Absoluut inspirerend om dan in gesprek met mijn toenmalige collegaminister digitalisering de essentie van hun aanpak uit te wisselen. Maar ook de dialoog te voeren wat zij geleerd hebben. En waar wij weer ons voordeel mee konden opdoen. Spreekt voor zich dat dát soort gesprekken de route naar succes vergroten’.

Flip-over

‘Toen ik vorig jaar zomer als Staatssecretaris startte heb ik direct een flip-over besteld bij facilitaire zaken. En daar had ik een mooi plaatje op getekend van het huis van Thorbecke. Met verschillende kamers (Rijk, Waterschappen, provincies, gemeenten). Maar wél met stippellijntjes tussen die afzonderlijke kamers: datadeling. Gericht op integrale dienstverlening vanuit één huis. En dat hielp zó in alle gesprekken met de verschillende stakeholders die ik heb gevoerd. En dat alles was de opmaat naar de co-creatiesessie die we in november afgelopen jaar hebben georganiseerd met alle relevante partijen – zo’n dertig professionals. Integraal van opzet: óók vertegenwoordigers van bedrijfsleven, politiek en wetenschap participeerde actief! Dáár hebben we toen de NDS-aanpak en prioriteiten[1] in de grondverf gezet. Maar ook de leidende principes die de basis vormen onder de NDS: het opereren als één overheid. Gebaseerd op het uitgangspunt de vrijblijvendheid voorbij: ’samen versnellen als enige optie’.

[1] De zes NDS-focuspunten: 1) gezamenlijk inzetten op cloudtechnologie, 2) het delen/benutten data over overheidslagen heen, 3) het benutten van ai-kansen, 4) burgers en ondernemers centraal stellen, 5) versterking digitale weerbaarheid en digitale autonomie van de overheid én 6) versterking digitaal vakmanschap van ambtenaren/moderne werkomgeving.

2030 droom

‘Ik ben niet zo’n dromer, ik ben vooral een realist. Maar als je mij nu vraagt waar NDS in 2030 staat dan hoop ik dat er op de zes focuspunten onomkeerbare stappen zijn gezet. Waarbij het denken vanuit één overheid zodanig is geborgd op alle niveaus dat we daarmee absoluut het point of no return voorbij zijn.

Belangrijk daarbij is dat mijn opvolger het onderwerp met enige regelmaat ook in de ministerraad brengt. Digitalisering zit in het hart van onze dienstverlening, heeft invloed op alle beleidsdossiers en een weloverwogen inzet van digitalisering is daarom rand voorwaardelijk om de ‘BV Nederland’ draaiende te houden. Op dossiers als standaardisering of de soevereine cloud bijvoorbeeld, maar eigenlijk op alle zes de prioriteiten zullen we gezamenlijk tijdig besluiten moeten nemen om van de NDS een succes te kunnen maken. En zéker ben ik trots dat ik in dit dossier het verschil kon maken – ook al was mijn inbreng slechts 11 maanden. Maar de zaadjes zijn zéker gepland en ik heb het met veel plezier gedaan’.