Ons voormalige RIC-programmaraad lid Jeroen van Vugt – tot voor kort Directeur Strategie en Innovatie bij de Nationale Politie – heeft z’n koffers gepakt. Hij is gestart als adviseur/national expert bij DG HOME van de EC en zal onder meer gaan werken aan de vormgeving van het nieuwe EU-innovatieprogramma, de opvolger van Horizon Europe. 

Alle reden voor een verdiepend interview over het belang van innoveren bij de overheid.

Waarom is innoveren zo essentieel?

Simpel: je moet mee, anders word je minder relevant en minder legitiem. Als overheid wil je midden in de samenleving staan en aansluiten op wat er speelt.

Die samenleving omarmt innovaties razendsnel en wordt soms ook gewoon overspoeld door innovatie en technologie. Innovaties zijn er ineens en ze worden meteen gebruikt. Neem de recente opkomst van ChatGPT en andere taalmodellen. Ineens heeft iedereen hyperintelligentie binnen handbereik en wordt deze artificiële hyperintelligentie massaal gebruikt. Daardoor verandert het denken én het gedrag van vele mensen snel.

Als de overheid met gezag wil handelen en haar functies wil uitoefenen, moet je goed begrijpen wat de effecten van innovaties en technologie (zoals taalmodellen) zijn, en er zelf ook in je primaire werkproces ruimte voor maken en er op anticiperen. Anders ga je achterlopen en vervreemd je jezelf van de samenleving.

Wat vind je van de manier waarop overheidsorganisaties naar innovatie kijken?

Innovatie wordt in mijn ogen nog te veel in verband gebracht met verbeteren van ondersteunende werkprocessen, terwijl het essentieel is voor alle kernfuncties, zeker ook in de het primair proces. Innovaties veranderen het primaire werk van de onderwijzer, de agent, de examinator van het CBR, de ingenieur van Rijkswaterstaat en de belastingambtenaar.  Alle rollen van de functies van de overheid worden geraakt, niet alleen die in de backoffice en niet alleen de dienstverlenende rollen. Ook de rollen van bijvoorbeeld scheidsrechter, inspecteur, handhaver, beleidsmaker en toezichthouder veranderen sterk, want het primaire werk verandert. Een leraar zal sinds de komst van chat GPT op een andere manier werkstukken of boekbesprekingen moeten gaan nakijken.

Door technologie en innovatie word je gedwongen heel precies te gaan kijken naar de wijze waarop je je kerntaak uitvoert en soms zelfs naar wat je kerntaak eigenlijk is. Technologie en innovatie roepen instrumentele én fundamentele vragen op. We stellen die vragen te weinig expliciet, we hangen te veel in het frame van ‘optimaliseren van dienstverlening’, we meanderen langzaam voorwaarts. Ik denk niet dat houdbaar is, als je relevant en legitiem wilt blijven.’

Vind je dat innovatie niet de aandacht krijgt die het verdient?

Ja zeker. Ik snap ook waarom dit zo is. Je wordt bij veel overheidsorganisaties niet echt beloond voor innovatiebeleid. Geen fouten maken, politieke prioriteiten uitvoeren, continuïteit op de korte termijn zijn vaak veel belangrijker.

Het uitvoeren van een regeerakkoord krijgt meer prioriteit dan het uitvoeren van een lange termijn organisatiestrategie. Daar zit een probleem.

Grote organisaties in het publieke domein zoals de belastingdienst, de politie, onderwijsinstellingen hebben een lange termijn horizon nodig om goed te kunnen blijven functioneren. Er komt een steeds groter tekort aan personeel, de kracht van technologie neemt toe en de middelen beschikbaar voor de publieke zaak staan onder druk.

Je moet dus naar een andere mix van mensen, middelen en technologie toe, anders neemt de productiviteit af. Dit weet eigenlijk iedereen, maar de problemen van vandaag de dag zijn altijd belangrijker, zeker ook voor de politieke bazen. Daarbij komt dat er, mede door recente schandalen zoals het toeslagenschandaal en ook de door geopolitieke veranderingen (zoals de veranderende houding van de Amerikaanse techbedrijven) het publieke sentiment met name inzet van technologie door de overheid negatief is. Inzet van algoritmen of AI door de overheid, dat is een lastig thema geworden waar besluitvormers liever van wegblijven.

Dat kan alleen niet, want technologie en AI spoelen over de maatschappij heen, je moet er dus iets mee en dat is niet alleen tegenhouden. In gecontroleerde omgevingen samen met geselecteerde bedrijven en kennisinstellingen en onder het oog van publieke en private ‘watchdogs’ werken aan inzet van technologie in je primaire proces en dat is bij de overheid ook vaak gegevensverwerking, het is noodzakelijk en daar moeten expliciete en transparante keuzes in worden gemaakt.

Hier zijn een lange termijn visie, een echt lange termijn plan en ook moed voor nodig van topmanagers bij de overheid. Het belang van het functioneren van de overheidsdienst moet centraler staan, dat staat ook los van politieke richtingen.

En wat zegt dat over het adaptatievermogen van de overheid?

Tsja, de vraag stellen is ‘m beantwoorden. We gaan meestal te langzaam, hebben moeite met aanpassen en absorberen van veranderingen, vooral met echt keuzes maken en dan opschalen. Het ‘laat duizend bloemen bloeien’-mantra, door veel organisaties lang geprezen, is ook lekker makkelijk. Dan hoef je niet te kiezen, je hoeft niemand tegen het hoofd te stoten. Ik ben juist voor het aanhalen van de teugels: werk met een helder  innovatieregime.

Probeer, experimenteer, maar kies vrij snel wat je wel verder brengt en wat je stopt. Dan kan je makkelijker absorberen en word je adaptiever.

Het moeilijkst is het na het kiezen opschalen. Dan wordt het groot, dan worden ook de kosten duidelijk. Vaak vallen de kosten van het opschalen en de capaciteit die het kost tegen: ze komen er bij en concurreren met de ‘going-concern’ kosten. Het hoort erbij, maar zo wordt dat vaak niet gezien. Vernieuwing kost tijd en geld, dat moet je zelf incalculeren en dat moet je heel duidelijk maken aan de politiek verantwoordelijken. Verwachtingsmanagement is belangrijk. Het goede nieuws is dat de Nederlandse overheid het in internationaal verband goed doet. Kijk naar onze manier van belastingaangifte doen, dat is een voorbeeld voor veel landen. Of naar MEOS, het handheld device van de politie, ook een heel effectieve innovatie, agenten kunnen immers meer op straat zijn. We kunnen dus het hele primaire proces veranderen, dat blijkt.

Wat bedoel je daar mee?

‘Kijk hoe wij innovatie nu hebben georganiseerd binnen de overheid. De meeste organisaties doet dat vanuit de eigen silo. Op sommige terreinen wordt samengewerkt, maar nog behoorlijk onontwikkeld. Zo verspillen we energie, die we nodig zullen hebben om de boot niet te missen. We moeten sneller om de ontwikkelingen bij te kunnen houden.

Meer samen doen op grote onderwerpen is daarbij een oplossing, innovatiekracht bundelen en koppelen aan strategische doelen. Onderwerpen zoals inzet van AI en generatieve AI, drones, quantum computing, taalmodellen, privacy by design spelen in bijna alle overheidsorganisaties. Hier moet je landelijk of Europees de krachten bundelen. Laten we het eerst eens zelf proberen te doen in Nederland. Niet alleen door samen te innoveren maar ook door samen wensen en eisen te formuleren op het gebied van wet- en regelgeving en uitvoerbaarheid. Door dit te doen sta je meteen ook sterker in discussie binnen Europa en met je eigen burgers. Hier is nog een wereld te winnen. Ik ben erg blij met het initiatief van de Rijks Innovatie Board en de Rijks Innovatie Community om de dialoog met de SG’s op deze grote ontwerpen – drones, AI en Privacy Enhancing Technologies - op te starten en hen van inzicht te voorzien, ook op gebied van wensen en eisen. Deze onderwerpen optillen naar het hoogste niveau kan voor samenwerking en versnelling zorgen.

Wat ga je bij de Europese Commissie doen?

Het innovatieprogramma Horizon Europe gaat zijn laatste fase in. Er zal een nieuw kaderprogramma worden ontworpen dat tot en met 2035 zal gelden, nu heet dat programma in de wandelgangen ‘FP10’ (Framework Programme 10). Dat grote programma moet worden vormgegeven en gericht en ik krijg daar bij DGHOME een rol in.

De end-users, zoals de douane of in mijn geval de politie, krijgen daarin een centrale plek. Beleid en projecten waarin uitvoerende organisatie meepraten over standaarden, obstakels in de uitvoering, implementatieproblemen maar vooral over wat de professional op de vloer, dat wil de EC bevorderen zodat investeringsprogramma’s zoals Horizon Europe gaan werken. Ik zal daarvoor mijn netwerk binnen en buiten de politie flink gaan gebruiken.

Ook hier zullen grote onderwerpen zoals drones, AI, satellietcommunicatie een rol spelen. Interessant is de enorme omslag die de EC heeft gemaakt op het gebied van strategische autonomie, veiligheid en productiviteit. Die moeten allemaal worden verhoogd. Innovatie en technologie zijn van cruciaal belang om dat voor elkaar te krijgen. Ook het creëren van fondsen en slagkracht binnen de EU om dit doen staat centraal. Ik stap op een mooi moment in de EU-trein, want doelen, standaarden en concrete projecten worden de komende tijd vormgegeven.

Tot slot: wat is je advies voor RIC?

‘Het RIC vervult een nuttige functie. Verbindingen leggen tussen tal van bottom-up initiatieven en overzicht verkrijgen is nodig. Ga daar mee door.

Maar je moet als RIC ook de volgende stap zetten. Laat duidelijker van je horen, geef aan wat wel en niet werkt, wordt meer een gids. Je mag wel wat harder op de deur bonzen en onderwerpen die we in dit interview noemen agenderen. Innovatie is noodzakelijk en urgent om de overheid relevant en legitiem te houden. Het RIC mag die boodschap uitdragen, want ze weet hoe het zit.”

_______________

Jeroen van Vugt blijft als RIC-ambassadeur verbonden aan RIC om zo het RIC-gedachtegoed te kunnen blijven promoten – meer weten over RIC ambassadeurs - RIC Ambassadeurs | Rijks Innovatie Community